De zelfbenoemde ‘Mooie Jonge Oppergod van de Vlaamse Letteren’ wordt op handen gedragen door vele bewonderaars van zijn absurdistische, (semi-)autobiografische en vooral humoristische boeken. Daarnaast wordt hij ook verguisd door vele literaire critici en opiniemakers. Brusselmans schrijft sinds de jaren tachtig minstens twee boeken per jaar: zijn oeuvre behelst inmiddels meer dan zeventig boeken.
Met zijn lange haar, dat hij in 1986 laat groeien (deels om zijn vader ‘te kloten’, deels om te lijken op Led Zeppelin, deels om zichzelf af te schermen), is hij een graag geziene gast in de Vlaamse en Nederlandse media. Zijn verschijning op radio en tv staat garant voor een hoop lol, gefabuleer, boude uitspraken, provocatie en hilarische flauwekul. Je houdt van hem of je haat hem: er lijkt geen middenweg.
Als voormalig belgisch neo-prof schuift Herman regelmatig aan bij de heren Genee, Van der Gijp en Derksen om zijn uitgesproken voetbalvisie te ventileren. Tevens is Herman een graag geziene gast bij De Wereld Draait Door